Beesten & Geesten

Alven
Beesten - draken & spookhonden
Dames in het wit - witte juffers & witte wieven
Dwergen & reuzen
Houden & onhouden
De Houwvrouw
Kabouters
Korengeest
Maren
Waterwezens - zeemeerminnen & nekkers
Wilde Jacht

Nacht ridders, so heten si,

Ende sijn duvele, dat segghe ic di,

Haghetissen, ende varende vrouwen,

Godelinghe oec, en trouwen,

Cobboude, nickers, alven, maren,

Die hem tsmorghens openbaren,

Ende connen wel halen vier.

Nacht merien heten wise hier.

Minne, dit sien duvele alle,

Die ons gherne brochten te valle!

De Natuurkunde van het Geheelal, dertiende eeuw[1]


Toen met de kerstening het ‘hoge geloof’ in heidense goden uitgeband werd, bleef het ‘lage geloof’ in de bovennatuurlijke wezens die de wereld bevolkten, bestaan. Het was te diep verankerd in het wereldbeeld om te verdwijnen. Deze beesten en geesten bleven door de eeuwen heen onderdeel van het volksgeloof. Ze veranderden weliswaar, maar hun wortels lagen in het heidense verleden, en het geloof erin vormde een soort heidense onderstroom, soms los van, soms vervlochten met het christendom.

Voor de beschrijving van de beesten en geesten hier maak ik gebruik van drie soorten bronnen. Sagen uit de negentiende en twintigste eeuw zijn hiervan de belangrijkste – zie de pagina Volksverhalen voor uitleg en kanttekeningen bij deze vorm van overlevering, en links naar websites om zelf volksverhalen te zoeken. Ook uit de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd zijn verhalen van en verwijzingen naar bovennatuurlijke wezens overgeleverd; daarop grijp ik ook regelmatig terug. Ook hierbij moeten vanzelfsprekend enkele kanttekeningen geplaatst worden; de christelijke blik is daarvan de belangrijkste.

De oudste bronnen komen uit de vroege middeleeuwen en de Germaanse (veelal Noordse) mythologie. Je zou kunnen zeggen dat de beesten en geesten hier in een meer ‘oorspronkelijke’ vorm beschreven worden. Maar wat is oorspronkelijk? Het geloof uit die tijd komt voort uit de Proto-Germaanse religie, maar is ook beïnvloed door de Romeinen. Nog ‘oorspronkelijker’ is het geloof van de Proto-Indo-Europeanen, die zich millennia geleden vanuit de Oekraïense steppen door Europa en Azië verspreidden… Zo ver leid ik de beesten en geesten hier niet terug, maar het gaat erom dat er geen ‘nulpunt’ bestaat. De beesten en geesten hebben zich door de eeuwen heen ontwikkeld, en iedere vorm is ‘echt’ op zijn eigen wijze. Daarom ga ik zowel in op de negentiende- en twintigste-eeuwse beesten en geesten als op de middeleeuwse varianten en de mogelijkheden voor de heidense wortels.

Dit onderdeel van de website is nog onder constructie. In de loop der tijd zal ik meer beesten en geesten toevoegen en zal er misschien iets aan de onderverdeling veranderen.


Referenties
[1] De Natuurkunde van het Geheelal, r. 715 – 724, http://www.dbnl.org/tekst/_nat001natu01_01/_nat001natu01_01_0013.php