Houden en onhouden zijn respectievelijk goede en kwade geesten die talloze vormen kunnen aannemen. Het woord (on)houde gaat terug op het Proto-Germaanse *hulþo-, dat weer afgeleid is van *hulþaz, ‘goedgezind.’[1] Dat woord ligt ook ten grondslag aan de naam van de figuur Holda, beter bekend als Vrouw Holle (zie ook Fria en de houwvrouw).[2] Zij is de Houde onder de houden, zoals ook het woord God geen twijfel laat bestaan over welke god er bedoeld wordt.
Tegenwoordig zijn houden en onhouden in de vergetelheid geraakt – in het Nederlands althans; in het Duits betekent Unhold nog altijd ‘kwade geest.’[3] Onhoude is echter een van de oudste Nederlandse woorden: in de vorm unholdo komt het voor in de achtste-eeuwse Utrechtse Doopgelofte, waarmee bekeerlingen “Wodan en Donar en Saxnot en alle onhouden die hun gezellen zijn,” afzweren. Het geloof in houden en onhouden bleef echter nog lang voortbestaan na de kerstening. Uit het vijftiende-eeuwse Holland bijvoorbeeld komt een tekst waarin een vrouw vertelt dat ze ’s nachts eten buitenzet voor “die goede holden,” die in het dorp wonen.[4]
Misschien waren de houden en onhouden specifieke geesten, maar het lijkt erop dat de termen verwijzen naar een groep van geesten die allemaal met elkaar samenhangen. Deze geesten bestaan voornamelijk in relatie tot de mens, en hoewel iedere soort zijn eigen karakteristieken heeft, zijn ze allemaal op de ene of andere wijze met elkaar verbonden. Maren, alven, kabouters en witte wieven: het is een diverse groep, maar al deze figuren hebben hun onderliggende connecties. De witte wieven zijn bijzonder interessant, omdat zij ook wel varende vrouwen genoemd werden. Varende vrouw (enkelvoud) is echter ook een benaming voor de houwvrouw, die dankzij haar naam ook al een houde is… Bij gebrek aan een officiële lijst van houden en onhouden, bij dezen mijn indeling:
Referenties
[1] Vladimir Orel, “*χulþōn,” in A handbook of Germanic etymology (Leiden: Brill, 2003), archive.org/details/handbookofgerman0000orel/page/192/mode/2up [2] Jan de Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, Bd. 1 Einleitung – Vorgeschichtliche Perioden – Religiöse Grundlagen des Lebens – Seelen- und Geisterglaube – Macht und Kraft – Das Heilige und die Kultformen (Berlijn: De Gruyter, 1970), 239-240, sci-hub.se/10.1515/9783110865486.275 [3] “Unhold,” Wikipedia, 7 maart 2021, de.wikipedia.org/wiki/Unhold [4] Middelnederlands Woordenboek, s.v. “houde VI,” gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=18187 |
Ik werd voor het eerst attent gemaakt op het bestaan van houden en onhouden via de website Taaldacht.