De godin Tamfana had een heiligdom in het gebied van de Marsi, dat verwoest werd door de Romeinen. Haar naam is vaak verkeerd gelezen, waardoor er maar een paar theorieën over zijn. Wellicht was ze een oogstgodin, maar haar tempel kan ook een orakelplaats geweest zijn. Deze stond in ieder geval niet op de Tankenberg in Twente, in weerwil van een populaire theorie.

Wat we weten
Tamfana (of incorrect: Tanfana) is een godin die bekend is dankzij de Romeinse schrijver Tacitus. Hij vermeldt haar in zijn Annales, in het gedeelte over het jaar 14 CE, waarin de Romeinse legioenen de Germaanse stam van de Marsi aanvielen. Tacitus beschrijft hoe het leger door duistere bergwouden trekt onder een heldere sterrenhemel, en de Marsi nietsvermoedend aantreft. He resultaat is een bloedbad:
1.51.2 Non sexus, non aetas miserationem attulit: profana simul et sacra et celeberrimum illis gentibus templum quod Tamfanae vocabant solo aequantur. Sine vulnere milites, qui semisomnos, inermos aut palantis ceciderant.
Geen sexe, geen leeftijd wist te vermurwen: het profane evenals het gewijde, ja zelfs het bij die volken zeer geëerde heiligdom dat zij aan Tamfana wijdden, werden met de grond gelijk gemaakt. De soldaten, die hun slachtoffers halfslapend, ongewapend of ronddolend afgeslacht hadden, bleven zonder wonden.
Vertaling: Ben Bijnsdorp[1]
In de enige kopie die bewaard is gebleven van de Annales, een negende-eeuws manuscript, is de naam van de godin te lezen als Tāfanae. In het manuscript wordt een klinker met een streepje erboven steeds gebruikt voor die klinker gevolgd door m – zie bijvoorbeeld twee woorden daarvoor, waar templū staat, oftewel templum. De naam van de godin moet dus Tamfana zijn, niet Tanfana. De Duitse Wikipedia vermeldt dat die laatste variant afkomstig is van recentere transcripties en drukuitgaven.[2] De naam Tanfana is echter helaas wijdverbreid geraakt.
De naam Zanfana komt ook voor in een Oudhoogduits slaapliedje, waarin ook Ostara en Wodan genoemd worden. Het liedje is echter waarschijnlijk een vervalsing uit de negentiende eeuw, en wordt hier niet verder besproken.[3]
Theorieën
Naam
Voor de interpretatie van Tamfana’s functie zijn we grotendeels aangewezen op haar naam. De naam Tamfana zou gerelateerd kunnen zijn aan het Oudnoorse þamb, ‘volheid’ of ‘zwelling.’ Hans Krahe argumenteert dat het laatste deel van haar naam, -na, ‘heerseres’ zou kunnen betekenen. Zo zou Tamfana (of Þambana) dus de ‘heerseres van de volheid’ zijn, wellicht dus een oogstgodin. De gebeurtenissen in de hoofdstukken in de Annales spelen zich waarschijnlijk in de herfst af, dus zou het feest bij de tempel van Tamfana een oogstfeest kunnen zijn, redeneert Krahe.[4]
Edmund Weber argumenteert dat het overgeleverde manuscript gekopieerd geweest kan zijn van een andere bron waarin mogelijk Tainfanae heeft gestaan. Hij brengt het eerste deel van het woord dan in verband met het Germaanse *tainom, ‘lotstwijg’. Zo zou de tempel niet gewijd hoeven zijn aan een godin, maar aan een orakel (Tain-fana = ‘lotstwijg-heiligdommen’).[5] Dit wordt echter betwist door Krahe, die argumenteert dat Webers theorie op een aantal vlakken grammatisch onlogisch is.[6]
Jacob Grimm verbond de naam Tamfana met die van Stempe, één van de vele namen voor de figuur Holda (waarvoor zie Fria en de houwvrouw).[7] De naam Tanfana is vanzelfsprekend ook op velerlei wijze uitgelegd, maar al die interpretaties kunnen van de hand gedaan worden omdat de variant Tanfana niet klopt.
Locatie van de tempel
De precieze locatie van de tempel van Tamfana wordt door Tacitus niet vermeld, maar één rondcirculerende theorie meent dat de tempel op de Tankenberg bij het Twentse Oldenzaal heeft gestaan. Dit idee werd ontwikkeld in de negentiende eeuw en is nog steeds populair. De tempel kan echter niet in Twente hebben gestaan, want de door Tacitus beschreven overval vond plaats in het grondgebied van de Marsi, een stam die tussen de Lippe en de Ruhr leefde.[8] Bovendien maakt Tacitus melding van “duistere bergwouden,” die je in Nederland niet vindt. De tempel zal dus ergens in het huidige Duitsland hebben gestaan.
Klaus Tausend gaat er echter vanuit dat de cultus van Tamfana wijder verspreid was dan alleen onder de Marsi. Hij heeft het over een “coalitie van [Tamfana]-stammen”, bestaande uit de Bructeri, de Usipeti en de Tubanti die na de verwoesting van de tempel (tevergeefs) het Romeinse leger aanvielen.[9] Deze stammen woonden verspreid over een veel groter gebied; zo leefden de Tubanti wel in het huidige Twente, wat zou betekenen dat Tamfana ook hier vereerd werd.
Bron: Biblioteca Medicea Laurenziana
[1] Tacitus, Annales I.50-51, https://www.benbijnsdorp.nl/ann01_46.html [2] “Tamfana,” Wikipedia, bezocht op 27 april 2020, https://de.wikipedia.org/wiki/Tamfana#Name_und_Funktion [3] Cyril Edwards, “The Strange Case of the Old High German Lullaby,” in The Beginnings of German Literature: Comparative and Interdisciplinary Approaches to Old High German (Rochester, NY: Camden House, 2002), 161. https://archive.org/details/beginningsofgerm0000edwa/page/160/mode/2up [4] Hans Krahe, “Tamfana,” Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur (PBB) 1934, no. 58 (1934): 282-287. sci-hub.tw/10.1515/bgsl.1934.1934.58.282 [5] Edmund Weber, “Zum Tamfana-Rätsel,” Zeitschrift für deutsches Altertum und deutsche Literatur (1932): 248-249. https://www.jstor.org/stable/20653386 [6] Krahe, “Tamfana,” 282-3. sci-hub.tw/10.1515/bgsl.1934.1934.58.282 [7] Jacob Grimm, Teutonic Mythology Vol. 1, vert. J.S. Stallybrass (Londen: George Bell & Sons, 1882), 278. https://archive.org/details/JacobGrimmTeutonicMythologyVol1/page/n287/mode/2up [8] “Marsi: Ancient Germanic People,” Encyclopaedia Britannica, bezocht op 27 april 2020, https://www.britannica.com/topic/Marsi-ancient-Germanic-people. [9] Klaus Tausend, “Zur Politischen Rolle Germanischer Kultverbände,” Historia: Zeitschrift Für Alte Geschichte 40, no 2 (1991): 250.. 2 (1991): 248. http://www.jstor.org/stable/4436192 |