Iverix was een Gallische god, die is afgebeeld op een menhir uit Macquenoise. Zijn naam betekende ‘koning van de taxus.’ Hij was vermoedelijk een god van leven en dood, getuige zijn naam, en de slang en vaas waarmee hij is afgebeeld. De fallische symboliek rondom Iverix is ook sterk; hij was dan ook mogelijk een vorm van de Keltische vadergod.

Wat we weten
In 1969 werd in het Belgische dorp Macquenoise (Henegouwen), aan de grens met Frankrijk, een menhir gevonden, met een afbeelding van een menselijk figuur in een gewaad met een kap. In zijn ene hand houdt de figuur een kruik of vaas vast, in zijn andere hand een slang die zijn kop naar de opening van de vaas buigt. Aan de zijkant is in ruwe Latijnse letters het woord “IVIIRICCI” gegraveerd, oftewel “voor Iverix.”[1]
De menhir zelf, 1.40 m hoog, komt uit het Neolithicum en is dus veel ouder dan de afbeelding en inscriptie. Hij is van een zandsteensoort die in de omgeving van Macquenoise voorkomt, en is dus vermoedelijk hier gemaakt. Tegenwoordig bevindt de menhir zich in de bewaring van de Société Royale d’Archéologique, d’Histoire et de Paléontologie in Charleroi.
Theorieën
De menhir werd gevonden in 1969, maar het was pas in de jaren ’90 dat er licht op Iverix als godheid geschenen werd. De Belgische keltoloog Claude Sterckx analyseerde de inscriptie en afbeelding van de menhir en stelde de datering ervan vast op de Gallo-Romeinse tijd. Hij is de persoon achter de hoofdmoot van de theorieën rond Iverix.
Naam
De naam Iverix is Keltisch van oorsprong. Het achtervoegsel -rix, dat Asterix-lezers als Gallisch zullen herkennen, betekent ‘koning.’ Het eerste deel, Ive-, is afkomstig van ivros, een Gallisch woord dat waarschijnlijk ‘taxus’ betekende – het Franse woord if en verouderd Nederlands ijf, ‘taxus,’ zijn hier (ver) mee verwant.
Iverix is dus de ‘koning van de taxus.’ De taxus had voor de Kelten een bijzondere spirituele betekenis. Enerzijds is deze boom altijd groen en levend en kan hij bijzonder oud worden, anderzijds zijn de naalden en zaden dodelijk giftig. De associatie met de dood is sterk bij de Kelten: de taxus werd bijvoorbeeld gebruikt bij de rituele zelfmoord die de hoofdman van de Eburonen (die overigens ook naar de taxus zijn vernoemd) pleegde nadat zijn stam in 53 BCE van de kaart werd geveegd. In Ierland was “bier uit het taxus-vat” een metafoor voor de dood en de andere wereld. En in Bretagne moest tot voor kort altijd een taxusboom op ieder kerkhof staan, opdat de doden naar het hiernamaals zouden gaan.[2],[3]
De vertaling ‘taxus’ voor ivros is niet geheel onbetwist: het woord kan ook naar een andere boomsoort verwijzen, of ‘everzwijn’ betekenen.[4] De symboliek van de taxus past echter goed in Sterckx’ interpretatie van de verdere betekenis van Iverix’ attributen.
Afbeelding en functie
De afbeelding op de menhir – waarvan we kunnen aannemen dat het een voorstelling is van Iverix – toont een figuur met in zijn ene hand een slang en in zijn andere hand een vaas of kruik. De kop van de slang buigt zich naar de vaas toe en lijkt horens te hebben, al hoeft dat niet het geval te zijn.
De slang had talloze verschillende betekenissen in de Keltische religie. Eén ervan is de fallus. Op verschillende Gallische afbeeldingen representeert de slang fysiek de penis van de god die hem vasthoudt. Dat is bij Iverix niet het geval; de slang kruipt via zijn heup omhoog en komt niet eens in de buurt van zijn kruis. Maar de slang op zichzelf kan al voor een fallus staan, ongeacht de locatie. Iverix’ kapmantel maakt hem tot een genius cucullatus, een kleine figuur die “voor alles een vergoddelijkte fallus” is, en de menhir zelf is natuurlijk ook fallusvormig.[5] En misschien is de combinatie met de vaas – een opening waar de slang naar binnen gaat – hier ook relevant.
Fallische symboliek te over dus. Sterckx beschouwt Iverix daarom als een vorm van de Gallische god Taranis en daarmee een vorm van de “dieu-père souverain,” de vadergod die over de gehele Keltische wereld in verschillende vormen vereerd werd.[6]
Een andere betekenis van de slang is die van de ziel. In andere afbeeldingen uit Gallië vinden we de (gehoornde) slang die uit een kom of vaas eet, die de godheid vasthoudt. Wellicht is dat ook wat er op de afbeelding van Iverix gebeurt. Sterckx verbindt de vaas van Iverix met de magische ketel van de Ierse god Dagda (ook een vorm van de vadergod), die symbool stond voor de dood en de andere wereld. De afbeelding op de menhir interpreteert Sterckx dan als volgt: Iverix brengt de ziel van een overleden persoon, afgebeeld als een slang, over naar het hiernamaals (de “grote ketel”), en vervolgens weer terug naar deze wereld om te reïncarneren.
Dat maakt van Iverix de god van leven en dood – een functie die goed past bij een god die naar de taxus vernoemd is.[7]
Met dank aan Patrice Wuine.
Referenties
[1] AE 1994, 01234 [2] Claude Sterckx, “Ivérix: un dieu Belge méconnu?,” Ollodagos 7, nr. 2 (1994): 255-273. [3] Claude Sterckx, Mythologie du monde Celte (Parijs: Marabout, 2009), 282. https://archive.org/details/MythologieDuMondeCelteClaudeSterckxCs/page/n295/mode/2up [4] Herman Clerinx, Een paleis voor de doden: over hunebedden, dolmens en menhirs (Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2017). Google Books [5] Sterckx, “Ivérix: un dieu Belge méconnu?,” 264-267. [6] Sterckx, Mythologie du monde Celte, afbeeldingen blz 15. [7] Idem, 281-282. |