Halamarðus

In Horn, Nederlands Limburg, werd een voetstuk van een beeld gevonden met daarop een inscriptie aan Mars Halamarðus. De naam van deze godheid is Germaans van herkomst, al is de betekenis ervan onzeker – misschien ‘heldendodend’ of ‘alschijnend.’ Gezien zijn connectie met Mars was Halamarðus waarschijnlijk een oorlogsgod, wellicht ook verwant met de god Tiwaz.

Wat we weten

De naam Mars Halamarðus wordt genoemd op een inscriptie op een sokkel, die in de kerkmuur in Horn (Nederlands Limburg) werd gevonden. De volledige inscriptie luidt: “MARTI HALAMARÐ(O) SACRUM T(ITUS) DOMIT(IUS) VINDEX (CENTURIO) LEG(IONIS) XX(X) U(LPIAE) V(ICTRICIS) V(OTUM) S(OLVIT) L(IBENS) M(ERITO).” In het Nederlands: “Aan de heilige Mars Halamarðus heeft Titus Domitius Vindex, centurio van het legioen XXX Ulpia Vicitrix, zijn belofte ingelost, gaarne en met reden.” Het beeld bij het voetstuk is niet gevonden. De inscriptie wordt gedateerd op de eerste eeuw CE.[1]

In het nabijgelegen Lottum werd een votiefsteen gevonden die ook wel in verband gebracht is met (Mars) Halamarðus. Er zeker is dat niet, want alleen de letters H, T en een omgekeerde C zijn nog te lezen. De staat voor “centurio” en de T voor “Titus,” net als in de inscriptie hierboven. De H kan voor “Halamarðus” staan, maar ook bijvoorbeeld voor “Hercules.”[2]

Theorieën

Wat betreft de functie van Halamarðus zijn er maar een paar dingen die we uit de inscriptie(s) kunnen afleiden. Uit zijn connectie met de Romeinse oorlogsgod Mars is op te maken dat hij waarschijnlijk op een of andere wijze verbonden was met de strijd. Op de votiefsteen uit Lottum echter is een cornucopia of hoorn des overvloeds afgebeeld – als deze inscriptie inderdaad aan Halamarðus gericht is, was hij wellicht ook verantwoordelijk voor de vruchtbaarheid.

Hoe wijdverspreid zijn verering was, is moeilijk te bepalen. De naam Vindex is een aantal keren gevonden in Bataafs gebied, wat zou kunnen betekenen dat Titus Domitius Vindex een Bataaf was en dat Halamarðus ook in dat gebied vereerd werd. Maar dat is onzeker; voor hetzelfde geld was hij alleen bekend in wat nu Limburg is.[3]

Naam

De naam Halamarðus is een latinisering van een oorspronkelijk Germaanse naam *Halamarðaz/-uz. Die naam is op verschillende wijzen verklaard.
Volgens de meest gangbare etymologie is de naam verwant aan de Nederlandse woorden held en moord. Dat zou zoiets als ‘mannendoder’ of ‘heldendodend’ opleveren.[4],[5] Probleem hierbij is dat held, en de Proto-Germaanse wortel *haluþ-, een d/th-klank bevatten, en Halamarðus niet. Deze verklaring is dan ook allerminst zeker.[6]

Een andere mogelijkheid is dat de oorspronkelijke Germaanse naam *Alamarðaz luidde, en er een H aan het begin werd toegevoegd, zoals wel vaker gebeurde bij latinisering van Germaanse woorden. Die naam zou dan terug kunnen gaan op Proto-Germaans *ala– ‘zeer’ of ‘geheel,’ en de Proto-Indo-Europese wortel *mer-, ‘schijnen’ of ‘schitteren.’ *Alamarðaz zou dan ‘alschijnend’ of ‘alschitterend’ betekenen.[7]

Plaatsnamen

De naam Halamarðus is ook in verband gebracht met de naam van het plaatsje Haelen, dat net boven Horn ligt. 70 km verderop ligt ook het Belgisch-Limburgse Halen. Het is echter de vraag of deze plaatsen naar Halamarðus vernoemd zijn; in dat geval zou je de volledige naam verwachten. Ha(e)len is waarschijnlijker afkomstig van het Proto-Germaanse *halha-, ‘bocht in/van hoogland.’[8]

Identificatie met Tiwaz

Vanwege zijn verbinding met de Romeinse Mars is Halamarðus soms geïdentificeerd met de god Tiwaz, die in de interpretatio romana ook met Mars werd gelijkgesteld. Jan de Vries merkt op dat als de verklaring ‘mannendoder’ (of ‘heldendoder’ wat dat betreft) van zijn naam correct zou zijn, dit gerelateerd zou zijn aan Tiwaz’ karakter als oorlogsgod.[9] De verklaring van zijn naam als ‘alschijnend’ zou mogelijk ook van toepassing kunnen zijn op Tiwaz in relatie tot zijn oorsprong als hemel-daglichtgod.[10] Maar verder is er weinig bewijs voor Halamarðus’ connectie met Tiwaz, en het is ook goed mogelijk dat hij een losstaande god in zijn eigen recht was.

Persoonlijke ervaringen

Lees hier de interpretatie van Halamarðus van Thia Frankisk Aldsido.

De in Horn gevonden inscriptie
Bron: Rijksmuseum van Oudheden
Referenties
[1] CIL XIII 8707
[2] J. E. Bogaers, “Letters uit Lottum,” Oudheidkundige Mededeelingen van het Rijksmuseum van Oudheden Te Leiden 67 (1987),  85-86. https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/26541
[3] J. E. Bogaers, “Ruraemundensia,” Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, vol. 12, 77. https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/26398

[4] Theodor von Grienberger, “Germanische Götternamen Auf Rheinischen Inschriften,” Zeitschrift Für Deutsches Altertum Und Deutsche Literatur 36 (1892): 389. http://www.jstor.org/stable/20650942
[5] Günter Neumann, “Germani cisrhenani — die Aussage der Namen,” in Germanenprobleme in heutiger Sicht, ed. Heinrich Beck (New York/Berlijn: De Gruyter, 1986), 125. https://sci-hub.do/10.1515/9783110867343-007
[6] Jan de Vries, Altgermanische Religionsgeschichte. Bd. 2 Die Götter – Vorstellungen über den Kosmos – Der Untergang des Heidentums (Berlijn: De Gruyter, 1970), 11. sci-hub.do/10.1515/9783110855197.10

[7] Olivier van Renswoude, “De schijnende god,” Taaldacht, 13 juni 2011, https://taaldacht.nl/2011/06/13/de-schijnende-god/
[8] Bogaers, “Ruraemundensia,” 77.
[9] De Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, 11.
[10] Van Renswoude, “De schijnende god.”

Geef een reactie