De godin Haeva werd naast Hercules Magusanus genoemd op een inmiddels verloren votiefsteen. Vermoedelijk was ze een Bataafse godin van het huwelijk, misschien in het algemeen de beschermster van de familie. Wellicht werd ze vereerd in een tempel bij het Gelderse Elst.

Wat we weten
De naam van de godin Haeva is overgeleverd dankzij een enkele votiefsteen met de inscriptie: “HERCULI MAGUSANO ET HAEVAE ULPI(US) LUPIO ET ULPIA AMMAVA PRO NATIS V(OTUM) S(OLVERUNT) L(IBENTES) M(ERITO).” In het Nederlands: “Aan Hercules Magusanus en Haeva hebben Ulpius Lupio en Ulpia Ammava voor hun kinderen hun belofte ingelost, gaarne en met reden.”[1]
De votiefsteen zelf is verloren gegaan, maar een tekening ervan is bewaard gebleven uit de achttiende eeuw – zie de afbeelding onderaan deze pagina. Het is niet precies duidelijk waar deze votiefsteen gevonden is, maar de meeste genoemde locaties (Malburgen, Huissen, Over-Betuwe en het Duitse Elten) bevinden zich ruwweg tussen het huidige Arnhem en Nijmegen.[2]
Theorieën
Die locatie betekent dat Haeva waarschijnlijk een godin van de Batavi was. Dat wordt bevestigd door het feit dat ze genoemd werd naast Hercules Magusanus, die voor de Batavi een belangrijke functie had. De cultus van Magusanus strekte zich echter uit over het gehele Nederrijngebied, dus het is goed mogelijk dat ook Haeva in een wijder gebied werd vereerd.
De naam Haeva wordt gewoonlijk teruggevoerd op het Proto-Germaanse *hiwan, ‘huwen.’[3] Dat maakt haar vermoedelijk een godin van het huwelijk. Het is hier wellicht relevant dat Haeva werd aangeroepen door een echtpaar, in relatie tot hun kinderen – mogelijk had Haeva een functie als beschermster van familie in het algemeen.
Een godin van het huwelijk is meestal zelf ook getrouwd, en Haeva’s echtgenoot zal dan vermoedelijk Magusanus zijn geweest. Magusanus is door velen geïdentificeerd met Donar, die in de Romeinse tijd wel met Hercules gelijkgesteld werd. Dat zou kunnen betekenen dat Haeva in verbinding staat met de Noordse godin Sif, gade van Thor, wier naam ook ‘verwante door huwelijk’ – of simpelweg ‘echtgenote’ – betekent.[4] Jan de Vries ziet in Haeva echter een zelfstandige godin van het huwelijk en beschermster van kinderen, vergelijkbaar met Fria.[5]
Een andere theorie echter stelt dat Haeva helemaal geen inheemse godin was, maar een verbastering van de naam van de Griekse godin Hebe, echtgenote van Herakles, het Griekse equivalent van de Romeinse Hercules. Dat zou echter moeten betekenen dat de makers van de votiefsteen bekend genoeg waren met het Griekse pantheon om de godin Hebe te kennen, maar wel zo Bataafs dat ze Hercules Magusanus vereerden. Het is waarschijnlijker dat de inheemse Magusanus een inheemse echtgenote had, en dat Haeva gewoon een lokale godin was.[6]
Tempel?
Haeva’s naam is ook in verband gebracht met de plaatsnaam Levefanum, een Romeinse plaats ergens in het gebied van de Batavi. Volgens B.H. Stolte kan Levefanum een verschrijving zijn van Haeva Fanum, ‘tempel van Haeva,’ waarbij een kopiist de h voor een l aanzag.[7]
Waar Levefanum precies lag, weten we niet zeker. Stolte plaatste het nabij het huidige Wijk bij Duurstede, waar een Romeins fort stond. Een andere suggestie is het Gelderse Elst, dat in de regio ligt waar de votiefsteen voor Haeva en Hercules Magusanus werd gevonden, en waar ook de resten van een grote Gallo-Romeinse tempel zijn ontdekt. Deze tempel wordt gewoonlijk bestempeld als een tempel van Hercules Magusanus. Eén van de aanwijzingen daarvoor is een inscriptie waarvan alleen de letters “HE[…]” nog te lezen zijn. Werd hier Hercules (Magusanus) aangeroepen, of H(a)eva? Hoe dan ook, het is heel goed mogelijk dat Haeva in Elst vereerd werd, en dat dit de tempel (fanum) van Levefanum is.[8]
Het moet gezegd worden dat er ook andere verklaringen zijn voor de plaatsnaam Levefanum – zo kan leve– het Keltische equivalent zijn van het Nederlandse vliet, wat van Levefanum iets als ‘water-tempel’ zou maken[9] – maar Stoltes interpretatie past bij het overgeleverde bewijs.[10]
Bron: Antiquitates Selectae Septentrionales Et Celticae, Internet Archive
Referenties
[1] CIL XIII 8705 [2] Jan de Vries, Altgermanische Religionsgeschichte (Berlijn: De Gruyter, 1970), 320. https://sci-hub.tw/10.1515/9783110855197.288 [3] Ibid. [4] Rudolf Simek, “Sif,” in Dictionary of Northern Mythology, vert. Angela Hall (Cambridge: DS Brewer, 1993). [5] De Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, 320. [6] B.H. Stolte, “Die religiösen Verhältnisse in Niedergermanien,” in Religion (Heidentum: Religiösen Verhältnisse im Provinzen), ed. Wolfgang Haase (Berlijn: De Gruyter, 1986), 650-651. sci-hub.tw/10.1515/9783110861464-012 [7] Ibid. [8] Johannes Verhagen, “Tussen de Dam van Drusus en de Zuilen van Hercules” (PhD dissertatie, Vrije Universiteit Amsterdam, 2022), 234-235. hdl.handle.net/1871.1/543a9edb-d0ca-428a-aadb-81c6d209c426 [9] Lauran Toorians, “De etymologie van Dorestat, Keltisch en Germaans,” Jaarboek Oud Utrecht 2005, 49. http://dspace.library.uu.nl/handle/1874/214993 [10] Verhagen, “Tussen de Dam van Drusus en de Zuilen van Hercules”, 234. |