De Germaanse godin Fria was de naamgeefster van de vrijdag, waaruit blijkt dat ze in een groot gebied vereerd werd. Zo ook in de Lage Landen. Ze was de echtgenote van Wodan en lag mogelijk aan de oorsprong van zowel Frigg als Freyja. Als godin werd ze waarschijnlijk geassocieerd met magie, spinnen, het huwelijk en mogelijk ook vruchtbaarheid. Ze is ook verbonden met de figuur van Vrouw Holle.

Wat we weten & Theorieën
In het geval van Fria is er zó weinig dat we zeker weten, dat ik hier de kopjes van feiten en theorieën heb samengevoegd.
De godin Fria moet ooit in een groot gebied vereerd zijn geweest, maar vandaag de dag is in de Lage Landen weinig meer van haar cultus over. De enige aanwijzing voor het feit dat er hier ooit een godin Fria vereerd werd, ligt in het Nederlandse woord vrijdag en het Friese freed. Samen met o.a. het Duitse Freitag en het Engelse Friday zijn deze woorden afkomstig van het Proto-Germaanse*frijjaz-dagaz, een leenvertaling van Latijn dies veneris, ‘dag van Venus.’[1]
Dat betekent dat de Germanen een godin kenden die geïdentificeerd werd met de Romeinse Venus. De Proto-Germaanse naam van deze godin was *Frijjo, dat aan de wortel ligt van het Oudhoogduitse Fria, het Langobardische Frea en het Oudnoorse Frigg. *Frijjo is weer afkomstig van bijvoeglijk naamwoord *frijjaz, ‘vrij,’ en verwant aan het werkwoord *frijjon, ‘liefhebben.’[2] Dat maakt Fria verwant aan de Nederlandse woorden vriend, vrijen en vrij. De Nederlandse naam van deze godin zou dan eigenlijk Vrije moeten zijn.[3]
Frigg en Freyja
Fria (ook wel Frija) is dus het Oudhoogduitse equivalent van de Oudnoorse naam Frigg, die in de Noordse mythologie de echtgenote van Odin (Wodan) was. Op het eerste gezicht lijkt het alsof de naam ook verwant is aan die van de Noordse godin Freyja, maar dat is niet het geval. De naam Freyja gaat terug op de Proto-Germaanse wortel *frawjon, ‘vrouwe,’ en is verwant aan vrouw.[4]
Hoewel Frigg en Freyja in de Noordse mythologie en religie twee afzonderlijke figuren waren, is er een theorie dat de twee godinnen oorspronkelijk één godin waren. Het is een goede manier om de sterke overeenkomsten tussen de twee godinnen te verklaren. Zowel Frigg als Freyja had een functie als godin van de geboorte en kinderen, en wordt genoemd als eigenares van een magische valkenmantel. Belangrijker echter is het feit dat beide godinnen met Odin verbonden waren. Frigg was getrouwd met Odin, Freyja met Od, wiens naam op dezelfde wortel teruggaat als die van Odin. Odin is befaamd om zijn verzameling van gevallen strijders, de einherjar, maar hij kreeg slechts de helft; de andere helft kreeg Freyja. Niet Frigg. Een vreemde constructie, tenzij ze oorspronkelijk getrouwd waren.
Het is dus goed mogelijk dat Frigg en Freyjaoorspronkelijk dezelfde godin waren. Wellicht werd zij in het Proto-Germaans*Frawjon-Frijjo, ‘Vrouwe Fria,’ genoemd. Het zou verklaren waarom er nergens anders in de Germaanse wereld melding wordt gemaakt van Freyja (of een cognaat van haar naam). Jackson Crawford redeneert dat de eigenschappen van deze ‘oorspronkelijke’ godin tussen Frigg en Freyja verdeeld werden.[5] Het zou betekenen dat de naam Fria, net als de Langobardische en andere varianten, naar deze ‘oorspronkelijke’ godin verwijst, en niet alleen naar Frigg, die slechts ‘de helft’ vertegenwoordigde.
De theorie is niet onbetwist; zo wijst Stephan Grundy erop dat Freyja en Frigg wel degelijk van elkaar verschilden en dat de afwezigheid van Freyja’s naam buiten Scandinavië niet per se hoeft te betekenen dat ze niet bestond.[6] Haar naam betekent immers ‘vrouwe,’ en kan dus ook een titel geweest zijn. Wellicht werd Freyja onder de Zuid-Germanen onder een andere naam vereerd. Die naam kan echter ook Fria zijn.
Rol en functie
Op basis van de etymologie, de Zuid-Germaanse bronnen en de eigenschappen van de Noordse Frigg en wellicht ook Freyja zijn een aantal zaken betreffende de mogelijk functie en karakter van Fria af te leiden.
Ten eerste was ze de echtgenote van de oppergod Wodan. Deze band is niet uitsluitend Noord-Germaans, maar wordt ook genoemd in de oorsprongsmythe van de Langobarden.[7] Ze zou dan ook de “koningin van de hemel” genoemd kunnen worden.[8]
De verdere rol van Fria lijkt drieledig te zijn. Net als Wodan was ze bedreven in de magie. In de Noordse mythologie was zowel Frigg als Freyja met magie verbonden, zij het op verschillende wijzen. Freyja beoefende seiðr, trance-magie, terwijl Frigg de voorspellende gave had. Wellicht hiermee verbonden is het feit dat zowel Frigg als Freyja geassocieerd werd met spinnen en weven, twee activiteiten die ook met magie en voorspelling in verband stonden.[9],[10,[11] Ook buiten Scandinavië werd de godin geassocieerd met magie: in de Oudhoogduitse Tweede Merseburger Toverspreuk is Fria één van de vijf figuren die een kreupel paard geneest met een gezongen toverspreuk.[12]
De oorsprong van de naam Fria duidt tevens op een functie als godin van de liefde en het huwelijk. Dit wordt gereflecteerd in haar connectie met de Romeinse Venus. In het Saksische gedeelte van Duitsland – dus waar de kerstening het laatst kwam – was de vrijdag nog lang een dag om huwelijken te sluiten.[13] Tevens komt deze rol terug in de functies van respectievelijk Frigg en Freyja, die beiden werden aangeroepen bij de bevalling.[14]
Dat laatste duidt ook op een mogelijke relatie met vruchtbaarheid, iets wat wellicht verweven was met Fria’s rol als liefdesgodin. Frigg was hiermee niet expliciet verbonden, maar Freyja werd wel geassocieerd met de vruchtbaarheid van mens, vee en land.[15]
In de Noordse mythologie wordt zowel Frigg als Freyja genoemd als eigenares van de valkenmantel.[16] Dit zou kunnen duiden op een associatie van Fria met valken, maar kan net zo goed een latere, Noord-Germaanse ontwikkeling zijn.
Holda
Fria wordt geassocieerd met de figuur die sinds de middeleeuwen onder verschillende namen bekendstond in Duitsland en omstreken, en vandaag de dag nog bekend is als Holda of Vrouw Holle. Deze figuur kwam vaak voor naast Wodan als leidster van de Wilde Jacht, werd de “koningin van de hemel” genoemd, en werd daarnaast geassocieerd met spinnen. Hoewel de oorsprong van Holda sterk betwist is, is het goed mogelijk dat ze een Germaanse godin was.[17] In Niedersachsen werd deze figuur Fru Freke genoemd, wat goed overeenkomt met het Plattdüütsche Freedag.[18],[19] Andere namen waren Frick en (Frau) Wode/Gode, ook mogelijk afkomstig van Fria.[20] Dit alles doet vermoeden dat de figuur van Holda verwant was aan Fria. De vele overeenkomsten tussen Fria en Holda kunnen in ieder geval niet verklaard worden door een enkel plaatselijke syncretisme. Verhalen over Holda komen in de Lage Landen niet voor, maar als Holda inderdaad een andere naam van Fria was, is Fria mogelijk ook verwant aan de godin Hludana en aan de houwvrouw.
Referenties
[1] M. Philippa et al., “Vrijdag – (zesde dag van de week),” in Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, deel 4 (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009). http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/vrijdag [2] Vladimir Orel, “*Frijjō,” in A handbook of Germanic etymology (Leiden: Brill, 2003), https://archive.org/details/handbookofgerman0000orel/page/114/mode/2up [3] “Vrije,” Taaldacht, bezocht op 16 december 2020, https://taaldacht.nl/woordenboek/vrije/ [4] M. Philippa et al., “Vrouw – (mens van het vrouwelijk geslacht; echtgenote),” in Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, deel 4 (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009). http://etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/vrouw [5] Jackson Crawford, “Frigg and Freyja,” 6 maart 2019, YouTube video, https://www.youtube.com/watch?v=5eN3wNgPARM& [6] Stephan Grundy, “Freyja and Frigg,” in The Concept of the Goddess, ed. Sandra Billington en Miranda Green (Londen: Routledge, 1996), 63. Google Books [7] Lees de mythe in de Origo Gentis Langobardorum I (zevende eeuw) of in Paulus Diaconus’ Historia Langobardorum I.8 (achtste eeuw). [8] Jan de Vries, “Weibliche Gottheiten,” in Altgermanische Religionsgeschichte. Bd. 2 Die Götter – Vorstellungen über den Kosmos – Der Untergang des Heidentums (Berlijn: De Gruyter, 1970), 306. https://sci-hub.do/10.1515/9783110855197.288 [9] Grundy, “Freyja and Frigg,” 60. [10] De Vries, “Weibliche Gottheiten,” 303. [11] Michael Enright, “The Goddess who Weaves, Some Iconographic Aspects of Bracteates of the Fürstenberg Type,” Frühmittelalterlichen Studien 24, no 1 (1990): 59, 69. https://sci-hub.do/10.1515/9783110242225.54 [12] Tweede Merseburger Toverspreuk, https://www.mimisbrunnr.info/mz-ii [13] De Vries, “Weibliche Gottheiten,” 306. [14] Idem, 303. [15] Idem, 307. [16] Crawford, “Frigg and Freyja.” [17] Thomas Leek, “Holda: Between Folklore and Linguistics,” Indogermanische Forschungen 113 (2008): 1-26. https://www.academia.edu/36695630/Holda_Leek_pdf [18] Jacob Grimm, Teutonic Mythology Vol. 1, vert. J.S. Stallybrass (Londen: George Bell & Sons, 1882), 304. https://archive.org/details/JacobGrimmTeutonicMythologyVol1/page/n313/mode/2up [19] Wikipedia (Plattdüütsch), “Freedag,” bezocht op 17 december 2020, https://nds.wikipedia.org/wiki/Freedag [20] Leek, “Holda,” 4. |