De god Fosite werd vereerd door de Friezen op het eiland Fositesland, waarvan de locatie tot op heden niet te duiden is. Mogelijke kandidaten zijn Helgoland, Texel en Kinhem, maar geen van die locaties geeft zekerheid. Het vee dat op Fositesland graasde en de bron die er opborrelde, waren heilig. Fosite was waarschijnlijk verwant aan de Noordse rechtsgod Forseti, maar of dat betekent dat hij bij de Friezen ook verbonden was met het recht, is niet zeker.

Wat we weten
Fosite was een god die vereerd werd door de Friezen. Hij wordt genoemd in twee bronnen uit de achtste en negende eeuw.
Vita Sancti Willibrordi
In hoofdstuk 10 en 11 van zijn Vita Sancti Willibrordi beschrijft de Angelsaksische schrijver Alcuinus hoe de prediker Willibrord, op missie in het land der Friezen, op het eiland Fositesland landt en hier enkele heilige koeien laat slachten voor het eten. Het fragment geeft een ongewone rijkdom aan informatie over de religieuze gebruiken van de Friezen. Hieronder staan hoofdstuk 10 en een deel van hoofdstuk 11.
Toen de gedreven prediker van het Woord zijn reis voortzette, kwam hij op een eiland op de grens tussen de Friezen en de Denen, dat door de mensen aldaar Fositesland werd genoemd, naar een god met de naam Fosite, die ze vereren en wiens heiligdommen daar stonden. Deze plaats stond in zo’n hoog aanzien onder de heidenen, dat geen van de bewoners het zou wagen zich te bemoeien met het vee dat daar graasde, of met andere dingen, noch haalden ze water uit de bron die daar opborrelde, behalve in volledige stilte. De man van God werd naar dit eiland gedreven door een storm, en wachtte enkele dagen tot de wind was gaan liggen en het goede weer het mogelijk maakte om weer te vertrekken.
Hij hechtte weinig waarde aan het bijgeloof dat heiligheid aan de plaats toeschreef, of aan de primitieve wreedheid van de koning [Redbad], die het gewoon was om schenners van de heilige voorwerpen tot de wreedste dood te veroordelen. Willibrord doopte drie mensen in de bron in de naam van de Heilige Drieëenheid, en beval dat enkele runderen geslacht moesten worden als voedsel voor zijn gezelschap. Toen de heidenen dit zagen, verwachtten ze dat de vreemdelingen gek zouden worden, of plotseling dood zouden neervallen. Maar toen ze zagen dat hen geen kwaad overkwam, meldden de ontzette en verbijsterde heidenen aan de koning wat ze hadden gezien.
De koning ontstak in grote woede en nam zich voor de enorme beledigingen die aan zijn goden waren gedaan, te wreken op de priester van de levende God. Drie dagen lang wierp hij driemaal daags het lot om te bepalen wie moest sterven. Maar omdat de ware God zijn dienaren beschermde, viel het lot nooit op Willibrord noch op andere leden van zijn gezelschap, behalve op één van hen, die daarmee de martelaarskroon won. Toen werd de heilige man voor de koning geroepen en streng terechtgewezen omdat hij het heiligdom van de koning had geschonden en zijn god had beledigd. Onverstoorbaar kalm antwoordde de prediker van het Evangelie: “Het voorwerp van uw verering, o koning, is geen god, maar een duivel, en hij houdt u gevangen in valsheid, zodat hij uw ziel in het eeuwige vuur kan brengen.”[1]
Vita Sancti Liudgeri
Ongeveer 85 jaar later reisde de Friese missionaris Liudger af naar hetzelfde eiland. Zijn hagiograaf, de Duitse bisschop Altfridus, beschrijft hoe Sint Liudger de heiligdommen op het eiland vernietigt en een kerk bouwt. Hij noemt het eiland Fosetesland, maar zijn verwijzing naar Willibrord toont aan dat het hier om hetzelfde eiland gaat.
[Liudger] was echter gretig om de kudde van de Heer, die aan hem was toevertrouwd om te onderwijzen, het water van de zuivere leer te geven, de heiligdommen te vernietigen en het vuil van alle vroegere misvattingen weg te spoelen. Ook wilde hij het geloof verder verbreiden, en nadat hij advies had gekregen van de keizer, reisde hij over de grens tussen de Friezen de Denen naar een eiland dat, naar de valse god Fosete, Fosetesland was genoemd. Toen hij met zijn schip naderde, met een kruis in zijn handen, biddend tot de Heer en hem prijzend, zagen de opvarenden van het schip een donkere wolk wegtrekken van het eiland, en het eiland bleef achter onder een heldere hemel. Toen zei de man van God: “Ziet u, hoe door de genade van God de vijand is verdreven, die tot zojuist het eiland in zijn duistere greep had?”
Op dit eiland aangekomen vernielden zij alle heiligdommen van Fosete die daar gebouwd waren, en bouwden in plaats daarvan een kerk voor Christus. En toen zij de bewoners van de plaats hadden onderwezen in het christelijke geloof, doopten zij hen in de naam van de Heilige Drie-eenheid in de bron die daar opborrelde, waarin de heilige Willibrord reeds drie mensen had gedoopt. Van deze bron haalde daarvoor niemand water, behalve in stilte. Ook doopte hij de zoon van een leider, Landric geheten, in de bron, onderwees hem in de heilige leer en benoemde hem tot priester. En hij onderwees de Friezen vele jaren lang in de heilige leer.[2]
Adam van Bremen
Eind elfde eeuw, bijna vier eeuwen na Willibrords bezoek aan Fositesland en drie eeuwen na het opschrijven van deze geschiedenis door Alcuinus, refereerde de Duitse kroniekschrijver Adam van Bremen in zijn Gesta Hammaburgensis Ecclesiae Pontificum (1076) aan het verhaal en stelt dat het door Willibrord bezochte Fositesland hetzelfde eiland is als wat hij Heiligland noemt.[3] Dit eiland, tegenwoordig bekend als Helgoland, ligt ver uit de kust in de Duitse Bocht. Het is echter niet zeker dat zijn identificatie correct is; zie hieronder bij theorieën over de locatie van Fositesland.
Latere en vervalste bronnen
De naam Fos(i)te(sland) wordt tevens genoemd in verschillende vervalste bronnen. Zo staat in een rond 1400 vervalste hagiografie van Suitbertus dat op “Fostelandia” de goden Jovis en Foste vereerd werden.[4] Eind zestiende eeuw werd daarnaast de Chronyk En Waaragtige Beschryvinge Van Friesland uitgegeven, dat gebaseerd zou zijn op de werken van de fictieve tiende-eeuwse Ocko Scharlensis, waarin vermeld werd dat op het eiland Ameland een tempel van Foste had gestaan, tot er een klooster werd gebouwd, Het klooster bleef de naam Fos(te)werd dragen, zelfs na de verplaatsing naar het vasteland (huidig Foswerd).[5] Waarschijnlijk duidt de vermelding van Fos(i)te in dit soort verhalen eerder op de hoge mate waarin deze godheid tot de Friese verbeelding spreekt en sprak, dan op daadwerkelijke overblijfselen van de verering van Fosite.
Theorieën
Locatie van Fositesland
Hoewel veel bronnen de identificatie van Fositesland met Helgoland van Adam van Bremen overnemen, is het niet zeker dat Helgoland echt Fositesland was. De beschrijvingen van Fositesland van Alcuinus (en Altfridus) geven verschillende aanwijzingen voor de locatie, maar iedere aanwijzing is voor meerdere interpretaties vatbaar, waardoor een aantal verschillende locaties zijn geopperd. Ten eerste wordt Fositesland omschreven als insula, ‘eiland.’ Maar dit woord werd ook gebruikt voor schiereilanden en andere plaatsen die omringd werden door wateren.[6] Ten tweede ligt het in de grens tussen de gebieden van de Friezen en de Denen. Ook deze kwalificatie is niet absoluut: volgens Theodor Siebs lag de grens tussen de Friezen en de Denen niet per se letterlijk waar die nu ligt. Vanuit het perspectief van de christelijke Franken zou de beschrijving volgens hem op heel Noord-Nederland van toepassing zijn.[7]
Ten derde bevindt zich op het eiland een bron die “opborrelt.” Maar ook hier is het mogelijk dat dat niet letterlijk genomen hoeft te worden. Het is mogelijk dat deze bron bedacht werd door Alcuinus, als dramatisch rekwisiet voor het dopen door Willibrord (en later overgenomen in het verhaal van Liudger). De Duitse Wikipediapagina van Helgoland vermeldt dat Alcuinus het thema van een bron waaruit alleen in stilte geput mag worden, “waarschijnlijk” overgenomen heeft uit de klassieke literatuur.[8] De vraag rijst dan echter waarom het nodig zou zijn een bron te verzinnen voor de doop, als het eiland (gedeeltelijk) omgeven werd door water. We kunnen dus aannemen dat er inderdaad een bron moet zijn geweest. Tot slot impliceert zowel Alcuinus (Willibrord) als Altfridus (Liudger) dat Fositesland meerdere heiligdommen herbergde. Hoewel niets wordt gezegd over het formaat hiervan, is het aannemelijk dat het eiland in ieder geval een groot genoeg oppervlakte had om zowel deze heiligdommen als de genoemde weiden voor het vee te bevatten.
We hebben dus vier eisen – een (schier)eiland met een bron, ergens in Noord-Nederland, dat groot genoeg is voor een cultusplaats – en hoewel hier wat vrijheid in kan bestaan, zijn op basis van deze eisen enkele locaties als kandidaten geopperd.
Helgoland is vanzelfsprekend de eerste, maar de vereenzelviging van Helgoland met Fositesland is problematisch vanwege het gebrek aan een bron op het eiland. Bovendien redeneert Jan de Vries dat het eiland te klein zou zijn, als de hoeveelheid heiligdommen niet is overdreven in de hagiografieën.[9] Bovendien is het vreemd dat koning Redbad, van wie alleen bekend is dat hij heerste in de huidige provincies Utrecht en Noord-Holland, ook geheerst zou hebben op een dergelijk ver weg gelegen eiland.[10] Al met al is Helgoland niet per se de meest voor de hand liggende kandidaat.
Siebs argumenteert voor Texel of Kinhem (Noord-Holland) als Fositesland. In Heiloo in Kinhem bevindt zich een bron die met Willibrord geassocieerd wordt, en het is waarschijnlijker dat koning Redbad hier presideerde dan op Helgoland.[11] Jan de Vries echter, niet overtuigd door Siebs’ redenering, beschouwt deze twee plaatsen als onwaarschijnlijke kandidaten.[12]
Op basis van het verhaal in de bovengenoemde Chronyk is ook Ameland als locatie naar voren gebracht.[13] Ook hier bevindt zich een watertje dat naar Willibrord vernoemd is, maar die naam is later ontstaan.[14] In de tijd van Willibrord en Liudger was Ameland bovendien weinig meer dan een paar zandbanken.[15] Ameland zal het dus niet geweest zijn.
Naast deze vier plaatsen zijn nog andere locaties naar voren gebracht, zoals Würsten (Niedersachsen), maar geen ervan schijnt uitsluitsel te kunnen bieden. Een uiteindelijke bepaling van de locatie van Fositesland is met andere woorden nog niet bereikt, en wellicht zal het eiland altijd een mysterie blijven.
Naam en functie
Dankzij de sterke gelijkenis van naam wordt Fosite vaak gelijkgesteld met de Noordse god Forseti, zoon van Baldr en Nanna en god van het recht en van verzoening.[16] Jacob Grimm was de eerste die deze vergelijking maakte, maar hij beschouwde Forseti als de oudere vorm van de naam. Het is waarschijnlijker dat Fosite de oorspronkelijke naam is of dat de namen van dezelfde stam afkomstig zijn. Volgens Jan de Vries was de oorspronkelijke Friese naam *Forsite, wat in Scandinavië werd overgenomen en omgevormd tot Forseti in een poging de naam begrijpelijk te maken – forseti betekent ‘voorzitter.’[17]
Forseti’s naam past dus goed bij zijn functie als rechtsgod. Het is echter de vraag of Fosite dezelfde functie had voor de Friezen. Er zijn geen directe aanwijzingen voor de associatie van Fosite met het recht, en het is goed mogelijk dat de naam Fosite iets heel anders betekende. De naam is op meerdere manieren verklaard, maar Jan de Vries stelt dat geen enkele duiding bevredigend is.[18]
Wel weten we dat het recht een belangrijke rol speelde in de Germaanse cultuur – en religie. Fosite zou niet de enige rechtsgod van eigen bodem zijn; ook Thingsus, Tiwaz en de Alaisiagae zijn met het recht in verband gebracht. Fosite is ook in verband gebracht met de Sage van de vinding van het Friese Recht, waarin twaalf asega’s of wet-sprekers gered worden van hun straf op een schip door een dertiende man, die hen terugvaart naar het land, waar hij met zijn bijl een bron doet opspringen en hen de wet leert.[19] Het is een christelijk verhaal, voor het eerst opgetekend in de vijftiende eeuw, maar verschillende elementen duiden op een heidense oorsprong. Er zijn echter geen daadwerkelijke aanwijzingen dat de reddende figuur ook echt Fosite is.[20]
Over de verdere rol en cultus van Fosite is niets direct bekend, maar enkele mogelijke onderdelen zijn af te leiden uit de aanwijzingen. Het feit dat er vee met een speciale status op het eiland werd gehouden, kan wijzen op een connectie met vruchtbaarheid. Het is ook mogelijk dat Fosite simpelweg de god van Fositesland was, zoals zoveel plaatsen een eigen geest of godheid hadden. Toch lijkt Fosite belangrijker dan een ‘gewone’ locatie-godheid; zeker de aanwezigheid van koning Redbad op Fositesland toont dat het eiland een belangrijke plaats moet zijn geweest.
Referenties
[1] Alcuinus, Vita Sancti Willibrordi 10-11. Vertaald uit het Engels door Ondergetekende van de vertaling van C. H. Talbot, https://sourcebooks.fordham.edu/basis/Alcuin-willbrord.asp%5B2%5D [2] Altfridus, Vita Liudgeri, 22. Vertaald uit het Latijn en het Duits door Ondergetekende. Duitse vertaling: Theodor Siebs, “Der Gott Fos(e)te und sein Land,” Beiträge zur Geschichte der deutschen Sprache und Literatur 35 (1909): 537-538. https://sci-hub.se/10.1515/bgsl.1909.1909.35.535 [3] Adam van Bremen, Gesta Hammaburgensis Ecclesiae Pontificum IV.3. [4] Siebs, “Der Gott Fos(e)te und sein Land,” 535. [5] Boppo Grimsma, “Foste op Ameland,” De Wadden, bezocht op 23 juli 2020, https://de-wadden.clubs.nl/nieuws/detail/145606_foste-op-ameland%5B6%5D [6] Siebs, “Der Gott Fos(e)te und sein Land,” 540-541. [7] Idem, 544-545. [8] “Helgoland,” Wikipedia, bezocht op 19 juli 2020, https://de.wikipedia.org/wiki/Helgoland#Religion%5B9%5D [9] Jan de Vries, Altgermanische Religionsgeschichte. Bd. 2 Die Götter – Vorstellungen über den Kosmos – Der Untergang des Heidentums (Berlijn: De Gruyter, 1970), 282. sci-hub.tw/10.1515/9783110855197.267 [10] Luit van der Tuuk, De Friezen (Utrecht: Uitgeverij Omniboek, 2016), 130.[11] Siebs, “Der Gott Fos(e)te und sein Land,” 544-545. [12] De Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, 282. [13] Foeke Buitenrust Hettema, “Fosete, Fosite, Foste,” Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 12 (1893): 285-287. https://www.dbnl.org/tekst/_tij003189301_01/_tij003189301_01_0034.php?%5B14%5D [14] “Ameland van zijn Willibrordusdobbe mythe afgeholpen,” Bedrijven, 11 februari 2008, https://bedrijven.wordpress.com/2008/02/11/ameland-van-zijn-willibrordusdobbe-mythe-afgeholpen/%5B15%5D [15] P. C. Vos en E. Knol, “Holocene landscape reconstruction of the Wadden Sea area between Marsdiep and Weser,” Netherlands Journal of Geosciences 94, nr. 2, 168. https://doi.org/10.1017/njg.2015.4%5B16%5D [16] Snorri Sturluson, Gylfaginning 32, https://www.voluspa.org/gylfaginning31-40.htm%5B17%5D [17] De Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, 283. [18] Ibid. [19] “The legend of Forseti’s appearance at sea,” Forseti Resource Pages, bezocht op 28 juli 2020, https://forsetiresourcepages.weebly.com/frisian-legend.html%5B20%5D [20] De Vries, Altgermanische Religionsgeschichte, 284. |