Of Ammaca en Gamaleda godinnen waren, is niet zeker. Als dat wel zo was, waren het misschien twee namen voor dezelfde godin, een moedergodin die zowel door de Galliërs als door de Germanen vereerd werd.

Wat we weten
Ammaca en Gamaleda zijn twee namen die genoemd worden in een inscriptie op een steen die gevonden werd in Maastricht. De inscriptie luidt: “AMMACAE SIVE GAMALEDAE [VERE]CUNDI […],” in het Nederlands: “Voor Ammaca of Gamaleda, [iets] van Verecundus.”[1]
Het is lang niet zeker of Ammaca en Gamaleda godinnennamen zijn; het kan ook om een grafschrift gaan. De naam Gamaleda is verder onbekend, maar Ammaca als persoonsnaam komt wel meer voor in deze regio.[2] Toch is het mogelijk dat het hier inderdaad om een of twee godinnen gaat.
Theorieën
Als Ammaca en Gamaleda inderdaad godinnennamen zijn, kunnen ze behoren tot twee verschillende godinnen, of twee namen zijn voor dezelfde godin. Gezien de formulering van de inscriptie, “Ammaca of Gamaleda,” is het laatste geen vreemd idee. Voor de interpretatie van deze al dan niet bestaande godin(nen) kunnen we alleen afgaan op de betekenis van de namen.
Maurits Gysseling leidt de naam Ammaca terug op de Proto-Indo-Europese wortel *ap- of *abh-, wat ‘sterk’ zou betekenen. Gamaleda verbindt hij met *kam-, ‘liefhebben.’[3] Dat zou betekenen dat het om twee verschillende godinnen gaat.
Gunter Neumann echter komt met een andere interpretatie. Hij ziet de naam Ammaca als Keltisch, en verbindt met het Ierse ammait, ‘oude vrouw.’ In combinatie met het achtervoegsel -ca zou Ammaca dan ‘hoge, vereerde moeder’ betekenen. De naam Gamaleda ziet hij als Germaans, en het deel Gamal- verbindt hij met het Oudnoorse gamall-, ‘oud’ (een woord dat ook verwant is aan het Nederlandse gammel[4]) en interpreteert hij als ‘ervaren’ of ‘eerwaardig.’ Het achtervoegsel -eda zou ‘moeder’ kunnen betekenen, wat ook van Gamaleda ‘eerbiedwaardige moeder’ zou maken.[5]
Volgens deze interpretatie is Ammaca/Gamaleda dus één enkele godin, een moedergodin die zowel een Gallische als een Germaanse naam had en dus zowel onder de Kelten als de Germanen in deze regio bekend was.
Referenties
[1] CIL XIII 3615 [2] J. E. Bogaers, “Latijn van Lucius,” Het Land van Herle. Historisch Tijdschrift voor Oostelijk Zuid-Limburg 21, nr 3 (1971), 14. https://hdl.handle.net/2066/26488 [3] Maurits Gysseling, “Godennamen, vooral in Noord-Gallië,” Naamkunde 14, 1-2 (1982). https://www.dbnl.org/tekst/_naa002198201_01/_naa002198201_01_0015.php [4] M. Philippa et al., “gammel – (wrak, bouwvallig, oud en versleten),” in Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, deel 2 (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2005), etymologiebank.ivdnt.org/trefwoord/gammel [5] Gunter Neuman, “Germanische Göttinnen in lateinischen Texten,” in Namenstudien zum Altgermanischen, Ergänzungsbände zum Reallexikon der Germanischen Altertumskunde (Berlijn: De Gruyter, 2008), 226-227. https://epdf.pub/namenstudien-zum-altgermanischen-erganzungsbande-zum-reallexikon-der-germanische.html |